Een tuin wordt pas echt mooi met planten die het naar hun zin hebben. Met een doordachte vormgeving en indeling van je tuin in combinatie met de juiste beplanting maak je je tuin tot een waar paradijs.
Met planten in je tuin kun je eindeloos variëren. Als je goed om je heen kijkt zie je dat ook want geen enkele tuin is hetzelfde. Dat maakt het inrichten van een tuin helemaal naar jouw wens zo boeiend. Om te slagen is het handig om met deze 7 factoren rekening te houden.
7 factoren om goede planten te kiezen
1. Grondsoort
2. Vochtigheid van de grond
3. Plaats waar de plant komt te staan
4. Functie en mogelijkheden van de plant
5. Grootte van de plant, de ruimte die de plant inneemt
6. Groeiwijze van de plant
7. Uitstraling van de plant
Leer ze uit je hoofd en je hebt er altijd voordeel van. Met deze kennis word je ook een tuinmagiër 🙂
© TuinMagie - Prunus - Sierkers
1 De grondsoort
Goede kwaliteit van de grond is een belangrijke factor voor het goed laten groeien van je planten. Zonder goede grond wordt het lastig om een mooie tuin te maken.
Weet daarom wat voor type grond je in je tuin hebt. Onderzoek of het kleigrond, veengrond of zandgrond is. Of löss dat in Limburg voorkomt. De grondsoort in je tuin is bepalend voor de keuze van je beplanting.
Elke grondsoort heeft kenmerkende eigenschappen.
In kleigrond zit over het algemeen veel voeding. In zandgrond bevindt zich in vergelijking met kleigrond veel minder voeding. Een belangrijke eigenschap van veengrond is dat het zuur is. Löss is een rijke grond met veel mineralen en voedingsstoffen.
Het loont om te investeren in het verbeteren van de grond wanneer de kwaliteit te wensen overlaat.
De Engelsen hebben hiervoor een treffende uitspraak:
"Spend a pound for the ground and a penny for a plant"
En als iemand het kan weten, dan zijn het de Engelsen met hun eeuwenlange tuingeschiedenis.
© TuinMagie - Zandgrond
2 Vochtigheid van de grond
Wanneer je de grondsoort kent, wil je vervolgens weten hoe het met de vochtigheid van de grond is.
Klei en veengrond houden gemiddeld genomen het water goed vast. Dit is belangrijk voor de planten die veel water nodig hebben.
Zandgrond houdt het water minder goed vast. Kies daarom beplanting die minder veeleisend is qua hoeveelheid water.
Het vochtvasthoudend vermogen van de zandgrond beïnvloed en verbeter je met compost (organische stof). Compost houdt vocht vast wat gunstig is voor de groei van je planten.
Heb je kleigrond die heel zwaar is dan kun je die verschralen door er zand doorheen te mengen. Het zand zorgt voor een betere doorlaatbaarheid van het water.
Zand heeft nog een andere goede bijkomstigheid. Het zorgt ervoor dat de kleigrond losser en luchtiger wordt. Lossere grond is makkelijker te bewerken en is gunstig voor de wortels die zuurstof nodig hebben.
Löss is wat betreft de korrels groter dan klei en kleiner dan zand. Het heeft een open structuur waardoor het water gemakkelijk weg kan en zuurstof in de grond kan komen. Löss is hierdoor prima grond voor planten.
© TuinMagie - Kleigrond
3 Plaats waar de plant komt te staan
Kies een plant niet alleen op het uiterlijk maar houd ook rekening met waar de plant het beste groeit. Is dat in de zon, in de schaduw of juist de half schaduw?
In een tuin op het zuiden met de hele dag door zon kies je andere planten dan in een tuin met juist veel schaduwrijke plekken.
© TuinMagie - Leucanthemum 'Alaska - Margriet
© TuinMagie - Smilacine racemosa - Valse salomonszegel
Sedum-soorten zoals vetkruid zijn echte zonaanbidders zoals vetkruid. De Margriet – Leucanthemum ‘Alaska’ met witte bloemen en een geel hart wil ook graag in de zon.
Ook planten met grijze bladeren houden van de zon. De bladstructuur van grijsbladige planten is vaak viltig, wat hen beschermd voor zon, warmte en droogte.
Stinzenplanten zijn een groep planten die graag in de halfschaduw groeien. Het zijn overwegend vroege voorjaarsbloeiers. Deze planten staan vaak in de halfschaduw van bladverliezende bomen.
Op het moment van groeien en bloeien van deze planten is de zon nog zwak en beginnen de bomen net in blad te komen.
De valse salomonszegel wil graag in de schaduw staan. Andere typische schaduwplanten zijn varens.
4 De functie en de mogelijkheden van de plant
Beplanting kies je op basis van de functie en de mogelijkheden van de plant en die zijn afhankelijk van je wensen én jouw tuinsituatie.
Een klimplant zoals de blauwe regen heeft ruimte nodig zodat hij kan klimmen.
Heb je een pergola die je wilt laten begroeien dan kies je een klimmer zoals de druif of een Akebia.
De gevel van een muur of een boog laat je begroeien door een klimroos.
Een wintergroene bodembedekker zoals kleine maagdenpalm zorgt ervoor dat de grond altijd begroeid en bedekt is.
Wil je graag vogels, vlinders en insecten in je tuin dan kies je voor geschikte beplanting. Vogels broeden graag in dichte struiken en eten de bessen van heesters. Vlinders en insecten houden van een rijkbloeiende beplanting.
Een bloemenborder met vaste planten in diverse kleuren die op verschillende momenten van het jaar bloeien vraagt om een uitgekiende selectie van bloeiende planten.
© TuinMagie - Tuin waar ik het ontwerp en beplantingsplan voor heb gemaakt en aangelegd.
5 De grootte van de plant, de ruimte die de plant inneemt
De ruimte in je tuin, is bepalend voor de grootte van de plant die je kiest. In een kleine tuin kies je beter een boom die niet te groot wordt. Er zijn ook tal van aantrekkelijke bomen met een klein formaat die beter geschikt zijn voor een kleine tuin.
Het is handig om bij elk type plant te weten hoe groot hij wordt.
Eenjarige planten, tweejarige planten, bollen, knollen, wortelstokken, vaste planten, waterplanten, grassen, varens, klimplanten, heesters en bomen. In elke plantengroep zijn er kleine en grote planten.
Het woord klein of groot is een betrekkelijk begrip. Het geeft duidelijkheid wanneer je in cm = centimeters of meters weet hoe groot de plant wordt.
Meet dit vervolgens na op de betreffende plek in je tuin zodat je zeker weet dat je de juiste aankoop doet.
De herfstpaardenkastanje (zie foto) is een heester die in een kleine tuin past.
© TuinMagie - Aesculus parviflora - Herfstpaardenkastanje
6 De groeiwijze van de plant
Naast de grootte van de plant wil je de groeiwijze van de plant weten. Een plant kan snel of juist langzaam groeien. Een snelgroeiende plant is een klimop of blauwe regen.
Een plant die langzaam groeit is een vaste plant zoals de Geranium sanguineum var. striatum - ooievaarsbek.
Elke type plant heeft zijn eigen groeiwijze. Er zijn planten die bodem bedekkend groeien zoals de vaste plant de schuimkaars.
Maar ook vaste planten die op hun plaats blijven staan, zoals bijvoorbeeld de Hosta - hartlelie. En er zijn planten die in de breedte groeien.
De eenjarige klimplant Ipomoea - Klimmende winde groeit in een jaar makkelijk twee meter en kan in die korte tijd een hekwerk prachtig begroeien.
De meidoorn heeft een dichte groeiwijze zodat die geschikt is voor het maken van een haag. Hij is daardoor ook een waardevol voor vogels.
De berk (zie foto) heeft een transparante takkenstructuur. Met zijn prachtige takken die vanaf de grond beginnen is het een echte blikvanger.
Houd rekening met de groeiwijze van de plant. Door de groeiwijze te kennen, kun je de planten op de juiste manier in je tuin toepassen.
© TuinMagie - Betula pendula - Gewone berk
7 De uitstraling van de plant
Tuinieren betekent voor mij energetisch tuinieren. Energetisch tuinieren is mijn specialisatie. Als hovenier en tuinontwerper verbind ik me met tuinen en planten op energetisch niveau.
De vraag die ik mezelf stel is: ‘Hoe kan ik de energie van de tuin verhogen?’
Die antwoorden hebben een grote meerwaarde op het resultaat. Dat is werken met kennis en ervaring en gebruik maken van je intuïtie. Door zo te werk te gaan zal je het belang van de uitstraling van planten ervaren.
Elke plant heeft zijn eigen uitstraling. Kijk zelf eens naar planten en ervaar wat voor uitstraling ze hebben. Wat spreekt je aan en wat spreekt je minder aan? En kun je uitleggen welk gevoel je hebt bij de bloem of plant?
Val je op de mooie rode kleur van de roos of juist het bijzondere blad van een varen? Word je blij van gele bloemen of brengen de kleine witte bloemetjes een prettige jeugdherinnering in je gedachten?
Bewuster kijken en voelen naar planten, bomen en bloemen zorgen ervoor dat je anders kiest.
Er zijn planten met een open groeiwijze zoals Naald van Cleopatra – Eremurus (zie foto) en er zijn planten met een dichte groeiwijze zoals de Schildpadbloem – Chelone obliqua (zie foto).
De verschillende typen bladeren van planten hebben invloed op de uitstraling. Grote of kleine bladeren, geveerde bladeren of ongeveerde bladeren. De kleur van het blad; groen, geel, paars, grijs of bont gekleurd.
De vorm van de plant is ook belangrijk voor je beleving. De krentenboom heeft een parasolvormige kroon. De toverhazelaar heeft een vaasvormige groeiwijze.
Kijk of de plant die je op het oog hebt past in het geheel van jouw wensen en jouw tuin. Ervaar vooral ook of de plant die je zou willen je een blij gevoel geeft.
© TuinMagie - Eremurus stenophyllus - Naald van Cleopatra
© TuinMagie - Chelone obliqua - schildpadbloem
De eerste stap die je nu kunt zetten...
Maak een ronde door je tuin nadat je dit hebt gelezen.
Hier zijn zeven actiepunten die je de komende week kunt uitvoeren:
1. Onderzoek de grondsoort die je in je tuin hebt
2. Onderzoek het vochtvasthoudend vermogen van de grond
3. Kijk of de planten zoals ze nu staan, goed staan
4. Onderzoek de functie en mogelijkheden van de plant
5. Onderzoek of de planten wat betreft hun grootte, groeiwijze en uitstraling passen bij jouw wensen
6. Kijk naar de groeiwijze van planten
7. Kijk naar de uitstraling van planten
Zorg voor een tuinschrift om je bevindingen op te schrijven.